Zijn vrouwen in het familierecht tegenwoordig slechter af?

Toevallig werd in dezelfde week door de rechtbank in twee slepende echtscheidingen die nogal wat aandacht in de media hadden gekregen knopen doorgehakt. Zowel in de echtscheiding van Martijn Krabbé en Amanda Beekman als Ruud Gullit en Estelle Cruijff kwamen de vrouwen, zoals het Algemeen Dagblad ook kopte, er na scheiding niet best van af.

De rechter oordeelde in de zaak Gullit/Cruijff dat Cruijff in haar eigen levensonderhoud kan voorzien en dat Gullit dus geen partneralimentatie hoeft te voldoen. In het geval van Krabbé en Beekman werden de kinderen aan de vader toegewezen en krijgt moeder een omgangsregeling voor het weekend.

Is hier sprake van een trend? Zijn vrouwen in het familierecht tegenwoordig slechter af? Of is dit gewoon een toevallige samenloop van omstandigheden?

Wat mij mateloos fascineert aan het familierecht is dat het een afspiegeling is van de (veranderende) opvattingen in de samenleving; over de maatschappelijke rollen van vrouwen en mannen, de betekenis van het huwelijk, wat goede zorg voor kinderen inhoudt.

Al jaren is met name onder mannen grote maatschappelijke ontevredenheid over de duur van de partneralimentatie; namelijk twaalf jaar. Er zijn al verschillende wetsvoorstellen ingediend waarmee deze termijn tot maximaal vijf jaar wordt bekort. Het is nu nog volstrekt onduidelijk wanneer dit ingevoerd wordt, zodat vooralsnog twaalf jaar het uitgangspunt is. Wel zie ik steeds meer dat degene die partneralimentatie moet gaan betalen verzoekt om deze termijn alvast, vooruitlopende op de iniatief wetsvoorstellen, te limiteren. Met sterk wisselend succes. De ene keer wordt het wel toegewezen, de andere keer niet.

Aangezien de rechtspraak wat conservatief is klinken deze opvattingen wat langzamer dan in de samenleving door in de gerechtelijke uitspraken. Maar ik zie nog een groep die zich nog niet volledig heeft aangepast aan de nieuwe maatschappelijke opvattingen; namelijk een deel van de vrouwen en mannen zelf.

Ik zie in mijn praktijk als familierechtadvocaat ontegenzeggelijk dat rechters kritischer staan tegenover vrouwen die partneralimentatie vragen, en dat rechters veel meer bereid zijn om ruimere contactregelingen tussen vaders en kinderen vast te stellen. Steeds meer wordt er gekeken naar wat een vrouw na verbreking van een relatie zelf kan verdienen, en meer en meer wordt erkend dat vaders een volwaardige rol moeten hebben in de verzorging en opvoeding van de kinderen.

In dat licht verwondert het me dat nog steeds grote groepen (ook jonge) vrouwen binnen een relatie minder gaan werken, of zelfs stoppen met werken.  Deze groep vrouwen moet zich realiseren dat als hun relatie eindigt zij wel eens van een hele koude kermis thuis kunnen komen. Zij zullen na verbreking van de relatie alles in het werk moeten stellen om op korte termijn in hun eigen levensonderhoud te voorzien. Vrouwen kunnen zich dus maar beter - ook als de relatie nog goed is – aan deze nieuwe realiteit aanpassen en tijdens hun relatie dit als uitgangspunt nemen.

Dit gezegd hebbende betekent het natuurlijk ook dat mannen zich aan deze nieuwe realiteit moeten aanpassen. Dus als er kinderen komen moeten ze de vrouwen in staat stellen om te werken door evenredig de zorg voor de kinderen op zich te nemen. Het al dan niet betalen van partneralimentatie heb je grotendeels zelf in de hand. Want beter dan te rekenen op mogelijke veranderingen in wetgeving kun je beter, als je geen partneralimentatie wil betalen, zelf je huwelijk daarop inrichten. Door namelijk tijdens je huwelijk ervoor te zorgen dat ieder in zijn of haar levensonderhoud voorziet. Op die manier is echt niemand slechter af.

 

Ingrid Vledder
Familierechtadvocaat in Amsterdam

terugterug

Persoonlijk, Betrokken én Toegewijd. Stel direct een vraag